Door wie kan u zich laten vertegenwoordigen?

U kan zich op de zitting laten vertegenwoordigen zoals uiteengezet in artikel 728 paragraaf 1 en 2 van het Gerechtelijk Wetboek :

“Gedaagde partij dient er akte van te nemen dat overeenkomstig art. 728, § 1 Ger.W. de partijen op het ogenblik van de rechtsingang en later dienen te verschijnen in persoon of bij een advocaat. Conform art. 728, § 2 Ger.W. mogen de partijen voor de Vrederechter, de Rechtbank van Koophandel en de arbeidsrechtbanken ook vertegenwoordigd worden door hun echtgenoot of een bloed- of aanverwant, houder van een schriftelijke volmacht en speciaal door de rechter toegestaan”.

Indien u moet verschijnen voor de Rechtbank van Eerste Aanleg, geldt voormelde regel niet.  U zal dan zelf moeten verschijnen, of u laten vertegenwoordigen door een advocaat.

Hoe tekent u verzet of hoger beroep aan?

Verzet: Indien u niet aanwezig was op de zitting waarvoor u opgeroepen was bij dagvaarding of verzoekschrift en een verstekvonnis werd uitgesproken lastens u, kan u VERZET aantekenen. Een dergelijk verzet moet worden ingesteld bij gerechtsdeurwaardersexploot met vermelding van de redenen waarom u niet akkoord bent met het uitgesproken vonnis. U raadpleegt hiervoor een advocaat, een Justitiehuis, Wetswinkel of een gerechtsdeurwaarder (artikel 1047 van het Gerechtelijk Wetboek).

Hoger beroep: Indien u aanwezig was op de zitting waarvoor u opgeroepen was bij dagvaarding of verzoekschrift en een tegensprekelijk vonnis werd uitgesproken lastens u, kan u HOGER BEROEP aantekenen. Een dergelijk hoger beroep moet worden ingesteld bij gerechtsdeurwaardersexploot met vermelding van de redenen waarom u niet akkoord bent met het uitgesproken vonnis. U raadpleegt hiervoor een advocaat, een Justitiehuis, Wetswinkel of een gerechtsdeurwaarder (artikel 1050 van het Gerechtelijk Wetboek). In sommige gevallen (vb. kleine vorderingen) is een hoger beroep niet mogelijk. Dat is het geval wanneer in het vonnis staat dat het 'in laatste aanleg gewezen' is.

Voormelde informatie over de mogelijkheden tot verzet en hoger beroep gelden in burgerlijke zaken: vonnissen uitgesproken door de Vrederechter, de Rechtbank van Eerste Aanleg, zetelende in burgerlijke zaken, de Rechtbank van Koophandel, de Arbeidsrechtbank).

Indien u daarentegen veroordeeld werd bij vonnis gewezen in strafzaken (dit zijn vonnissen gewezen door de Politierechtbank of de Rechtbank van Eerste Aanleg, zetelende in correctionele zaken) heeft u ook de mogelijkheid om verzet of hoger beroep aan te tekenen.

U moet er wel rekening mee houden dat de termijn om verzet of hoger beroep aan te tekenen 15 dagen is (en niet 1 maand zoals in burgerlijke zaken).

Het verzet gebeurt bij gerechtsdeurwaardersexploot : u bezorgt een afschrift van het vonnis en van de akte van betekening van dit vonnis aan de gerechtsdeurwaarder die een akte van verzet zal opmaken en betekenen. De redenen waarom u verzet aantekent moeten niet worden vermeld in de akte van de gerechtsdeurwaarder.
Het hoger beroep daarentegen moet gebeuren door een formele verklaring op de griffie van de rechtbank die het vonnis heeft uitgesproken, mits eerbiediging van de termijn van 15 dagen vanaf betekening van het vonnis.

Welke zaken zijn niet voor beslag vatbaar?

Art. 1408. <W 1993-01-14/34, art. 6, 011;Inwerkingtreding : 1993-03-02>
§ 1. Behalve op zaken, niet vatbaar voor beslag verklaard door bijzondere wetten, mag ook geen beslag worden gelegd :
1° op het nodige bed en beddegoed van de beslagene en van zijn gezin, de kleren en het linnengoed volstrekt noodzakelijk voor hun persoonlijk gebruik alsmede de meubelen nodig om deze op te bergen, een wasmachine en strijkijzer voor het onderhoud van het linnen, de toestellen die noodzakelijk zijn voor de verwarming van de gezinswoning, de tafel en de stoelen die voor de familie een gemeenschappelijke maaltijd mogelijk maken, alsook het vaatwerk en het huishoudgerei dat volstrekt noodzakelijk is voor het gezin, een meubel om het vaatwerk en het huishoudgerei op te bergen, een toestel om warme maaltijden te bereiden, een toestel om voedingsmiddelen te bewaren, één verlichtingstoestel per bewoonde kamer, de voorwerpen die noodzakelijk zijn voor de mindervalide gezinsleden, de voorwerpen die bestemd zijn om te worden gebruikt door de kinderen ten laste die onder hetzelfde dak wonen, de gezelschapsdieren, de voorwerpen en produkten die noodzakelijk zijn voor de lichaamsverzorging en voor het onderhoud van de vertrekken, het gereedschap dat nodig is voor het onderhoud van de tuin, een en ander met uitsluiting van de luxemeubelen en luxeartikelen;
2° op de boeken en overige voorwerpen, nodig voor de voortzetting van studies of voor de beroepsopleiding van de beslagene of van de kinderen te zijnen laste die onder hetzelfde dak wonen;
3° op de goederen die de beslagene volstrekt nodig heeft voor zijn beroep, tot een waarde van (2.500 EUR) op het tijdstip van het beslag en naar keuze van de beslagene, behalve voor de betaling van de prijs van die goederen; <KB 2000-07-20/58, art. 2, 037;Inwerkingtreding : 01-01-2002>
4° op de voorwerpen die dienen voor de uitoefening van de eredienst;
5° op de levensmiddelen en brandstof die de beslagene en zijn gezin voor een maand nodig hebben;
6° een koe, of twaalf schapen of geiten, naar keuze van de beslagene, alsmede een varken en vierentwintig dieren van de hoenderhof, met het stro, voeder en graan, nodig voor het strooisel en de voeding van dat vee gedurende één maand.

Hoe maakt u bezwaar tegen de inbeslagname

Art. 1408. <W 1993-01-14/34, art. 6, 011;Inwerkingtreding : 1993-03-02>
§ 3. De moeilijkheden inzake de toepassing van dit artikel worden beslecht door de beslagrechter op grond van het proces-verbaal van beslaglegging, waarin de opmerkingen van de beslagene, op straffe van verval aan de gerechtsdeurwaarder mee te delen, hetzij op het tijdstip van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening van de eerste akte van beslag, worden aangetekend.
Bij de neerlegging ter griffie van een afschrift van het proces-verbaal van beslaglegging door de gerechtsdeurwaarder of door de meest gerede partij, binnen vijftien dagen na de overhandiging van het afschrift van dat proces-verbaal of, indien daartoe grond bestaat, van de betekening van het beslag aan de schuldenaar, bepaalt de beslagrechter dag en uur van het onderzoek en de regeling van de moeilijkheden, de schuldeiser en de schuldenaar vooraf gehoord of opgeroepen. De griffier roept de partijen op en verwittigt de instrumenterende gerechtsdeurwaarder.
De procedure kan niet worden voortgezet indien de in het vorige lid bedoelde neerlegging van het afschrift van het proces-verbaal niet heeft plaatsgehad.
De vordering schorst de vervolging, doch de goederen blijven onder beslag totdat uitspraak is gedaan.
De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de partijen; zijn beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep; de rechtspleging kan onmiddellijk worden hervat.

Hoe verkoopt u de in beslag genomen goederen in der minne

Art. 1526bis. <ingevoegd bij W 1993-01-14/34, art. 15, 011; Inwerkingtreding :1993-03-02> De schuldenaar tegen wie een uitvoerend beslag op roerend goed geschiedt, kan de in beslag genomen goederen in der minne verkopen ten einde de opbrengst ervan aan te wenden voor de betaling van de schuldeisers.

(Op straffe van verval) moet de schuldenaar binnen tien dagen na de betekening van de beslaglegging de gerechtsdeurwaarder in kennis stellen van de hem gedane voorstellen. <W 2000-05-29/36, art. 11, 1°, 035; Inwerkingtreding : 01-07-2001>

(Wanneer de gerechtsdeurwaarder meent dat deze voorstellen ontoereikend zijn of wanneer de schuldeiser bewijst dat deze ontoereikend zijn, wordt met het verzoek tot verkoop in der minne geen rekening gehouden.) <W 2000-05-29/36, art. 11, 2°, 035;Inwerkingtreding : 01-07-2001>

Behalve indien de weigering om met de verkoop in te stemmen is ingegeven door de bedoeling om de schuldenaar te benadelen, kan de schuldeiser niet aansprakelijk worden gesteld.

De overdracht van de eigendom van het goed is afhankelijk van de betaling van de prijs ervan in handen van de gerechtsdeurwaarder binnen acht dagen na de aanvaarding van het aankoopbod. Bij niet-naleving van die termijn kunnen de goederen onverwijld openbaar te koop worden gesteld.

Na betaling van de prijs in handen van de gerechtsdeurwaarder, maakt deze een proces-verbaal op van verkoop in der minne met vermelding van de identiteit van de koper en verkoper, de betaalde prijs en de omschrijving van de verkochte goederen. Hij stelt hiervan een afschrift ter beschikking van de koper.

(Het proces-verbaal wordt aan het bestand van berichten gezonden in de vorm van een bericht als bedoeld in artikel 1390, § 1.) <W 2000-05-29/36, art. 11, 3°, 035; Inwerkingtreding : 29-01-2011>

Hoe verloopt een procedure van revindicatie?

Art. 1514.<W 2000-05-29/36, art. 9, 035; Inwerkingtreding : 29-01-2011> Degene die beweert eigenaar te zijn van het geheel of een gedeelte van de in beslag genomen voorwerpen, kan tegen de verkoop verzet doen bij exploot, betekend aan de beslaglegger, aan de beslagen schuldenaar en aan de gerechtsdeurwaarder, en houdende dagvaarding van de beslaglegger en van de beslagen schuldenaar, met vermelding in het exploot van de bewijzen van eigendom, op straffe van nietigheid. [1 In het exploot worden ook de andere beslagleggers die eveneens op deze goederen beslag hebben gelegd, vermeld met alle relevante gegevens voor de in het derde lid bedoelde oproeping.]1

De vordering schorst de vervolging (enkel wat betreft de gerecidiveerde goederen). Er wordt uitspraak over gedaan door de beslagrechter. <W 2003-03-27/65, art. 3, 043; Inwerkingtreding : 29-01-2011>

De griffier geeft de eventuele andere [1 in de dagvaarding vermelde]1 beslagleggers bij gerechtsbrief kennis van een afschrift van de dagvaarding, met uitnodiging om te verschijnen, teneinde hen in de zaak te betrekken.

Het vonnis wordt geacht ten aanzien van alle partijen op tegenspraak te zijn gewezen. De in het ongelijk gestelde eiser wordt indien daartoe grond bestaat, veroordeeld tot schadevergoeding aan de beslaglegger. [1 De personen die bij gerechtsbrief alzo worden opgeroepen, worden aldus partij in het geding, tenzij ze zich ter zitting hiertegen verzetten. Van deze bepaling geeft de griffier eveneens kennis in de gerechtsbrief.]1

De gerechtsdeurwaarder aan wie de revindicatie betekend werd, stelt het bestand van berichten daarvan ten laatste op de eerstvolgende werkdag in kennis, zodat het betrokken bericht van beslag kan worden vervolledigd met de vermelding van het tussengeschil, de identiteit van de revindicerende partij en in voorkomend geval haar raadsman, alsook van de rechter bij wie de revindicatie aanhangig is gemaakt.

De griffie van het gerecht waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, zendt ten laatste op de eerste werkdag volgend op de uitspraak aan het bestand van berichten het beschikkend gedeelte van elk vonnis of arrest dat uitspraak doet over de vordering opdat het bestand van berichten op het betrokken bericht van beslag zou vermelden welk gevolg gegeven is aan de vordering tot revindicatie.