Niet enkel advocaten, bedrijven en overheid kunnen bij Modero terecht. Wij begeleiden ook vorderingen van particulieren en voeren een aantal specifieke taken uit.

VASTSTELLINGEN

De gerechtsdeurwaarder is door de wetgever gemachtigd om op vraag van een advocaat, een onderneming of een particulier een proces-verbaal van vaststelling op te stellen van zuiver materiële (zintuiglijk waarneembare) feiten. Hij mag hierbij geen persoonlijk commentaar, advies of interpretatie van de feiten geven.  De vaststelling beperkt zich tot een loutere omschrijving van de bestaande situatie. Vaak maken we een fotoreportage ter ondersteuning van het proces-verbaal. Dit proces-verbaal van vaststelling heeft een authenticiteit als akte en kan als bewijs gebruikt worden, eventueel in het kader van een procedure voor een rechtbank.

Zo kunnen we voor u bijvoorbeeld de volgende feiten vaststellen:

  • de onvolledige of foutieve uitvoering van (bouw)werken;
  • de inventaris van een inboedel;
  • de inhoud van een SMS-bericht, website of e-mail;
  • geluidsoverlast;
  • de correcte gang van zaken tijdens een spelprogramma of lottotrekking;
  • enz.

Wil u iets laten vaststellen? Contacteer ons en we helpen u meteen verder.

INVORDEREN VAN ONDERHOUDSGELDEN

We kunnen de aan u verschuldigde alimentatiebijdragen - vastgelegd in een echtscheidingsvonnis of in een akte -gerechtelijk invorderen van uw ex-partner. Wanneer u een gedetailleerd overzicht van de verschuldigde sommen bezorgt, berekenen we meteen de indexering. U kan ons hiervoor contacteren, ook zonder tussenkomst van een advocaat.

Deze procedure is ingrijpend en bovendien niet kosteloos. Onze werkingstarieven zijn bij wet bepaald. Deze kosten, tezamen met de andere gerechtskosten kunnen verhaald worden op de onwillige ex-partner. Maar als die echt onvermogend is, draait u zelf op voor de kosten. Het is dus zaak om eerst te becijferen of de opbrengsten van een gedwongen uitvoering de kosten zullen overtreffen. Wij gaan daarom nooit overhaast te werk. We bespreken graag eerst de situatie met u in een persoonlijk gesprek om zo het meest geschikte traject te bepalen.

HOGER BOD BIJ OPENBARE VERKOOP

Bij een gerechtelijke openbare verkoop van een onroerend goed, kan u binnen een periode van 15 dagen na de voorlopige toewijzing op de eerste zitdag een hoger bod uitbrengen. Wij kunnen zorgen voor de betekening aan de notaris en aan de personen aan wie het pand voorlopig werd toegewezen.

Bij de vrijwillige openbare verkoping kan vooraf of op de zitdag besloten worden dat er een mogelijkheid bestaat een hoger bod uit te oefenen (recht van hoger bod).

De termijn om een hoger bod uit te brengen wordt gerekend van middernacht tot middernacht, en omvat alle dagen met inbegrip van zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen. De vervaldag is in deze termijn begrepen. Is de laatste dag echter een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag, dan wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.

Het hoger bod moet minstens één tiende van de prijs bedragen zonder evenwel lager te mogen zijn dan 250 euro, of hoger te moeten zijn dan 6.200 euro.

HUURZAKEN

Een huurder die weigert zijn huur te betalen. Het is de nachtmerrie van elke verhuurder. Om een eind te maken aan deze situatie kan u zich als verhuurder wenden tot de vrederechter. U kan eerst een verzoeningsprocedure proberen. Dit kost niets, en het is niet verplicht. U kan deze procedure aanvragen bij de griffie van het vredegerecht in het kanton waar het gehuurde pand zich bevindt. Via een brief van de griffie worden u en de huurder opgeroepen om op een bepaalde dag te verschijnen voor de vrederechter, die in dit geval optreedt als verzoener. Als er geen akkoord wordt bereikt of als één van beide partijen niet verschijnt, moet alsnog een gerechtelijke procedure worden gestart.

Een dergelijke procedure kan worden ingeleid bij verzoekschrift of bij dagvaarding. U kan zelf een verzoekschrift op de griffie van het Vredegerecht neerleggen. Dit verzoekschrift moet wel een aantal vermeldingen bevatten om geldig te zijn. Deze procedure is sneller dan via een dagvaarding.

Als u zelf geen verzoekschrift wil opstellen, kan u ook een beroep doen op ons om de niet-betalende huurder te dagvaarden. Wij zorgen voor een correcte vordering, eventueel in overleg met een advocaat. De vrederechter kan bij een gerechtelijke procedure een vonnis vellen. Dit vonnis wordt door ons aan de huurder betekend.

Als in het vonnis staat dat de niet-betalende huurder uit het pand wordt gezet, kan de uithuiszetting pas gebeuren één maand na de betekening van het vonnis. Op deze regel zijn drie uitzonderingen: als u met de huurder een andere termijn overeenkomt en die in het vonnis wordt opgenomen, als de rechter wegens uitzonderlijk ernstige omstandigheden de termijn verlengt of verkort of als u bewijst dat de huurder het pand al heeft verlaten.

Wanneer u vreest dat uw huurder het gehuurde goed zal verlaten zonder te betalen, kunnen we pandbeslag leggen op de inboedel van de huurder.

Bij uithuiszetting brengen we de huurder en de eventuele niet veroordeelde medebewoners van het pand tenminste 5 dagen op voorhand op de hoogte van de datum waarop ze weg moeten. We benutten alle contactgegevens (gewone en aangetekende brief naar alle gekende adressen van de huurder, telefoonnummer, e-mailadres, ...) om de kans op een oplossing zo groot mogelijk te houden.

In een eerste stadium kunnen we ook de betaling van uw lopende huurgelden opvolgen en de huurder minnelijk aanmanen tot betaling.

Vanaf het eerste kwartaal van 2014 kan u zich als verhuurder aansluiten bij het huurgarantiefonds. Deze regeling wil verhuurders van woningen aan private huurders beschermen tegen verlies aan huurinkomsten door niet betaling van de verschuldigde huur. Verhuurders kunnen zich voor 75 euro per contract bij het fonds aansluiten. Wanneer een huurder niet kan voldoen aan het afbetalingsplan dat de rechter in geval van wanbetaling oplegt, neemt het fonds voor maximaal 2.700 euro of drie maanden huur op zich. Dat geld wordt later in principe teruggevorderd, tenzij de betrokkene zelf langdurig ziek is, werkloos is of moet rondkomen met een inkomen lager dan het leefloon.